De druiven voor de Champagnes van Veuve Fourny et Fils worden verbouwd in de prachtige “Vertus” streek. Door de geologische ligging is hier sprake van een complex “terroir”. De grond bestaat vooral uit kalk en door de verschillende grondlagen ontstaat de karakteristieke minerale smaak van de champagnes. Met de hand geplukt worden de druiven voorzichtig geperst en alleen het beste sap wordt opgeslagen in roestvrijstalen vaten en klein eikenvaten. Het sap, de most, wordt koud gefermenteerd. De nu stille wijn rust tot de lente. Intussen wordt er wel “gebattonneerd”; het draaien van de flessen om het bezinksel “de Lees”, zoveel mogelijk contact te laten maken met de wijn, zodat er veel aroma’s vrij komen. Dan volgt de belangrijkste handeling. Het samenvoegen, oftewel blenden, van de wijn. Hiervoor worden de reserves van verschillende jaargangen gebruikt om de speciale sijl van Fourny ieder jaar te garanderen. Het recept van de blending is strikt geheim! Gebotteld voor de 2e gisting rusten de Champagnes op hun lee in de kelders gedurende 3 tot 9 jaar. Na deze rijptijd worden de flessen opengemaakt en het sediment van de lees verwijderd. Dan het 2e zeer belangrijke moment; de “liqueur d’expedition” een recept an cognac en suikers wordt aan de Champagne toegevoegd. Iedere Champagne producent heeft zijn eigen familie-geheim in de verhoudingen van de liqueur.Deze “liqueur”, zal nooit de natuurlijke karakteristieken van de Fourny hampagne overheersen. Het één en het ander ullen elkaar complementeren en de unieke, arakteristieke smaak van Fourny Champagne verfijnen.